Het weerstandsvermogen zegt iets over de middelen en mogelijkheden waarover het waterschap beschikt om bedrijfsrisico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen op te kunnen vangen. Het weerstandsvermogen is de verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit. Het weerstandsvermogen is als volgt te berekenen:
Tabel. Weerstandscapaciteit en –vermogen 2018 (bedragen in miljoenen euro’s)
Omschrijving | Weerstand |
---|---|
Benodigde weerstandscapaciteit* (a) | 13,1 |
Weerstandscapaciteit structureel | |
Post onvoorzien | 0,1 |
Weerstandscapaciteit incidenteel | |
Risicoreserve | 13,1 |
Algemene reserve | 4,9 |
Beschikbare weerstandscapaciteit (b) | 18,0 |
Weerstandsvermogen (b /a) | 1,4 |
* De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald op basis van een risicoanalyse. Uit de in het jaar 2016 gehouden risico-inventarisatie, welke op 25 oktober 2016 ter kennisname aan de Algemene Vergadering is gepresenteerd, bleek dat de omvang van de risico’s (benodigde weerstandscapaciteit) € 13,1 miljoen bedraagt met een zekerheid van 99%.
In de paragraaf Weerstandsvermogen in de begroting, het jaarverslag en de Bestuursrapportage wordt gerapporteerd over significante wijzigingen die zich hebben voorgedaan sinds de meest recente organisatiebrede risicoanalyse. Daarnaast wordt gerapporteerd over bestuurlijk relevante risico’s, welke het beleid van het waterschap kunnen raken. In de Bestuursrapportage zijn de volgende risico’s opgenomen die nog actueel zijn en waarvan de omvang relatief groot is:
Energiebelasting
Met de Belastingdienst loopt al langere tijd discussie over de correcte toepassing van de zoge-naamde complexbepaling bij energiebelasting. Bij toepassen van deze complexbepaling kunnen meerdere aansluitingen op elektriciteit als één worden gezien waardoor wij als afnemer, gunstiger door de verschillende schijven van de energiebelasting lopen. Waterschap Zuiderzeeland heeft voor de zuiveringstaak de complexbepaling goed toegepast. Bij de bemalingstaak is dat nog de vraag. De Belastingdienst doet op dit moment intern onderzoek naar de wijze waarop de complexbepaling voor de watersysteemtaak bij alle waterschappen zou moeten worden toegepast. Indien het eindresultaat voor het waterschap negatief uitvalt, kan dit leiden tot een naheffing. De verwachting is dat hier eind 2017 / begin 2018 meer duidelijkheid over zal ontstaan.
Schadeclaims
In de jaarrekening is opgenomen dat de omvang van het financieel risico van de schadedossiers € 1,3 miljoen bedraagt. Tussen het opstellen van de jaarrekening en de voortgangsrapportage zijn hierin geen significantie wijzigingen opgetreden.
Tariefdifferentiatie wegen
Eind december 2016 heeft de Rechtbank Zwolle GBLT in het ongelijk gesteld in een zaak die aanhangig was gemaakt door de provincie Flevoland. Punt van dispuut was over welk deel van de wegen tariefdifferentiatie kan worden toegepast. GBLT baseert zich op het standpunt dat dit moet worden toegepast op de weg inclusief alle hieraan dienstbare oppervlaktes, zoals wegbermen. Volgens de provincie Flevoland kan slechts op het verharde oppervlak differentiatie worden toegepast. De Rechtbank Zwolle is meegegaan in het standpunt van de provincie Flevoland. GBLT is op advies van Waterschap Zuiderzeeland in beroep gegaan tegen deze uitspraak. Het hoger beroep dient op 1 november 2017. De uitspraak zal waarschijnlijk eind 2017, begin 2018 zijn.